Verslag Blue Elephant reis op maat naar India,leeuwen,tijgers én vogels in november 2011
Van 28 oktober tot 20 november 2011, door Leo Linnartz en Esther Nieuwdorp
Verslag en de foto’s bij dit verslag zijn van Leo en Esther, tenzij anders vermeld
Voor het makkelijker terugzoeken van de vogels in de Engelstalige vogelgidsen worden overwegend de Engelse vogelnamen genoemd, zoals vermeld in: “Birds of India, Pakistan, Nepal, Bangladesh, Bhutan, Sri Lanka and the Maldives”; Richard Grimmett, Carol Inskipp, Tim Inskipp, 1999.
28 oktober
De volgende ochtend zouden we vroeg vanaf Schiphol vertrekken; te vroeg om met openbaar vervoer ter plekke te komen. Om ons een nachttrein en een doorwaakte nacht te besparen, hebben we besloten om op Schiphol in het Citizen hotel te overnachten. Die middag al op tijd naar Rotterdam vertrokken om daar lekker uit te gaan eten. Aansluitend op ons gemak de trein naar Schiphol genomen en ingecheckt in ons hotel.
29 oktober Van Schiphol via Parijs verder
De volgende ochtend vroeg op en nog voor het ontbijt naar Schiphol gelopen en ingecheckt. Achter de douane een ontbijt genomen en gewacht op ons vliegtuig. Alles liep op rolletjes en we zaten in het vliegtuig klaar om te vertrekken; onwetend van wat ons te wachten stond. Eerst kwam er een mededeling dat het druk was en dat we nog niet mochten vertrekken, maar het ergste kwam nog: toen we eindelijk mochten vertrekken, bleek dat een van de motoren het niet deed. Dat zou opgelost kunnen worden door een kabeltje te vervangen en daarvoor moest hij naar de hangar. Een nieuw kabeltje bleek echter niet te helpen en inmiddels was er al een uur vertraging verzameld. We moesten allemaal uit het vliegtuig en in een nieuw vliegtuig dat ons
naar Parijs zou brengen. De overstap via bussen en eindeloos dolen op Schiphol verliep echter niet vlekkeloos en sommige mensen zijn niet meegekomen met als gevolg dat hun bagage in het ruim gezocht en uitgeladen moest worden. Kortom nog meer vertraging. Toen we uiteindelijk twee uur later vertrokken, was de vertraging zo ver opgelopen dat we met geen mogelijkheid meer onze aansluitende vlucht naar Mumbai zouden halen. ‘Alles’ zou echter in Parijs geregeld worden, dus vlogen we met een knoop in onze maag naar Parijs.
In Parijs aangekomen kregen we te horen dat onze vlucht er nog zou zijn. Vanwege stakingen op het vliegveld had alles vertraging. We hebben ons met nog twee lotgenoten gehaast naar de terminal waar ons vliegtuig stond. Het werd een enorme (snel)wandeling door een chaotisch Charles de Gaulle complex. Opgelucht zaten we alsnog in onze vlucht naar Mumbai. Welliswaar ruim 2 uur vertraagd, maar toch. Liever een korte nachtrust dan de aansluitende vlucht naar Diu gemist.
30 oktober Mumbai
Even over 1 uur lokale tijd ‘s nachts kwam ons vliegtuig in Mumbai aan. Onderweg had de piloot bijna 1 uur op het schema ingehaald. Desondanks duurde het nog meer dan een uur voordat we in de broeierige hitte buiten stonden. Lang taxiën, een flink end lopen en lange rijen bij de paspoortcontrole. Buiten aangekomen sloeg de warme hitte ons om de oren. Gelukkig stond daar wel onze taxichauffeur op ons te wachten en binnen een half uurtje waren we bij het hotel. Snel inchecken en naar bed.
De volgende morgen werd ik al vroeg wakker door het felle licht en de warmte. Buiten bleek er van alles te beleven: palm squirrels, huiskraaien, onze eerste red-vented bulbuls, een nestbouwende coppersmith barbet, een alexanderparkiet, een kleine kolonie kwakken en koereigers, onze eerste common tailorbird en zowaar een white-throated fantail en een purple-rumped sunbird. Huisgierzwaluwen en Indische zwarte wouwen cirkelden boven de stad. De vroege ochtend was koeler, maar nog steeds heet. Al gauw was duidelijk dat het die dag weer broeierig warm zou worden.
Na een kort ontbijt nog een korte wandeling samen met Esther en vervolgens op weg naar het vliegveld voor een vlucht naar Diu. In tegenstelling tot de vorige keer verliep het dit keer uiterst soepel. Op het vliegveld nog van een eenvoudige lunch genoten.
Diu
In Diu was het wennen aan het felle licht en de hoge temperatuur. In de taxi naar het hotel viel het wel mee, maar daarbuiten was het heel warm. Voor ons hotel bleek het strand bomvol met mensen.
Het was Divali en aansluitend twee weken vakantie. Een rustige strandwandeling zat er dus niet in, maar parallel aan het strand liep een wat rustiger weg en die zijn we afgelopen. Dat leverde meteen weer leuke vogels op, zoals palm swifts en large-billed crows. Aan het eind van de weg was een veldje met koeien en heel veel piepers, kwikstaarten en tapuiten: grote pieper, mongoolse pieper, rijstveldpieper, langsnavelpieper en duinpieper, naast Indische kievit, isabeltapuiten, woestijntapuiten, roodborsttapuiten, pied bush chats, witte kwikstaart en vele (onder)soorten van gele kwikstaart. Grijskruinleeuweriken zaten her en der en begonnen aan het eind van de dag ook te zingen. Op de rotsen aan de kust zat een blauwe rotslijster, kleine groene bijeneters, een jonge roze spreeuw en in de branding enkele rifreigers, indische ralreigers, oeverlopers, wulpen, een regenwulp, woestijnplevieren, steenlopers en drieteenstrandlopers. Boven zee vlogen heuglin’s meeuwen,kokmeeuwen, bruinkopmeeuwen en een paar pontische meeuwen. In enkele bosjes zaten zwarte drongo’s, greater coucals en een tjiftjaf, vermoedelijk een siberische. In zee zwom een grote zeeschildpad.
Om 18:00 uur was het al weer donker, dus terug naar het hotel en ons zweet afspoelen onder de douche. Het restaurant was echter pas vanaf 20:00 uur open. Dan maar een standwandeling over het inmiddels rustiger geworden strand. Lastig was wel dat iedereen al de hele dag met ons op de foto wilde. De dag afgesloten met een heerlijk buffet.
31 oktober Een rondrit over het eiland
Die ochtend eerst nog even voor het ontbijt naar vogels gekeken. Weer was ik met het eerste licht wakker. Een groepje treurmaina’s kwam drinken bij het zwembad en in de tuin van het hotel zaten purple sunbirds, large-billed crows, greater coucals en common tailorbirds. In de lucht zaten trekkende boerenzwaluwen, boompiepers en roze spreeuwen.
Na het ontbijt moesten we nog even op de chauffeur wachten, maar al snel kon ons rondje om het eiland beginnen. We reden langs tal van spannende natte bossen en plasjes, om uiteindelijk te stoppen bij een getijdengebied. De weg boog hier van het eiland af en liep dwars door het getijdengebied en was via een brug over de grote kreek met het vasteland verbonden. Hier werden we meteen verrast met een paartje toendraslechtvalken met jong: de hoognoordelijke ondersoort Callidus. Even verderop liep een pad de kwelder en het wad in. Overal liepen westelijke rifreigers en op het pad zaten tal van mongoolse en rijstveldpiepers en grijskruinleeuweriken. Aan het eind van het pad hadden we goed uitzicht over de wadvlaktes, maar de vogels zaten ver weg. Het was moeilijk om de soorten op naam te brengen, maar zilverplevier, woestijnplevier en mongoolse plevier lukte wel. Dichterbij zaten groepjes kleine en temmincks strandlopers. Door de langzaam opkomende vloed kwamen steeds meer steltlopers onze kant op. Sommige vlogen door, maar anderen bleven een tijdje in de buurt zitten. Dat leverde meteen veel soorten op, waaronder krombekstrandloper, tureluur, groenpootruiter en zwarte ruiter, maar de klapper waren toch de 6 breedbekstrandlopers. Een bruine kiekendief vloog over de kreekrand en uit de lage mangroves aan de oever vloog zowaar een mangroveijsvogel! Aan deze kant van India een volstrekt onverwachte gast. Aan de overkant vlogen telkens groepen en groepjes kraanvogels: zowel gewone als jufferkranen. Deze bleken op de kweldergraslanden te foerageren, samen met aziatische goudplevieren en vele groepen gele kwikstaarten en piepers van diverse soorten en ondersoorten.
Vele kilometers verderop bleek een deel van de kwelder afgedamd als zoetwaterreservoir. Hier zaten vele honderden eenden: pijlstaarten, smienten, slobeenden en wintertalingen, samen met fluiteenden en comb ducks. Waar het moeras ondieper was, bleek het geheel dichtgegroeid met waterlelies en zeggen. Hier zaten vele tientallen grijskoppurperkoeten en pheasanttailed jacanas. Voldaan keerden we terug naar ons hotel voor de lunch.
Die middag nog twee plekken aan de kust bezocht, voor meeuwen, maar afgezien van de vele heuglin’s meeuwen vloog er weinig. Na een tijdje lukte het om één reuzenzwartkopmeeuw er uit te peuteren en een paar kokmeeuwen. Op het strand zat ver weg nog een flinke groep meeuwen, maar in plaats van een lange wandeling besloten we om nog eens bij de kweldergraslanden te gaan kijken. De kraanvogels bleken gevlogen en jagende grauwe en steppenkiekendieven verjaagden ons groepje aziatische goudplevieren nog voordat we er echt goed van hadden kunnen genieten. Ook de vele aanwezige ‘gele’ kwikstaarten en piepers bleken nu veel verder weg te zitten. Toen we de kwelder aan de andere kant probeerden waren het bedelende kinderen en halfwilde honden die onze pret probeerden te verstoren. De kinderen genegeerd en de honden uiteindelijk maar met het statief wat respect bijgebracht. Dat hielp uitstekend: in plaats van vervaarlijk grommen en blaffen op steeds kortere afstand (tot 10m), durfden ze nu alleen nog maar van een afstand van 150m te blaffen en was wijzen met een vinger genoeg om daar nog enkele tientallen meters bij te krijgen.
Midden op de kwelder stonden drie mannetjes nilgai verdwaald om zich heen te kijken. Verder gaan durfden ze niet en terug ook niet. Op een gegeven moment kwamen er enkele boertjes aan die de dieren helaas weg joegen. Ja, ja, ouderwetse landbouw gaat goed samen met natuur…. De dag afgesloten met nog een bezoekje aan de kust. Behalve flinke groepen heuglin’s meeuwen, wat kokmeeuwen, een enkele wulp, visarend en honderden strandkrabben, was er weinig te beleven. Maar goed, met 116 soorten – waaronder een aantal spectaculaire – was de dag zeker geslaagd. Een goede eerste dag van onze nog lange vakantie.
1 november Naar Gir
Die ochtend zouden we naar Gir vertrekken. Eerst nog even naar vogels langs het strand en op het weiland gekeken, maar veel zat er niet. Wel vlogen er veel groepen gele kwikstaarten, boerenzwaluwen en boompiepers langs. Leuk toch, die gestuwde trek langs de kust! Zwarte drongo’s, pied bush chats en kleine groene bijeneters maakten de ochtend compleet.
Na het ontbijt koffers pakken en vertrekken. Toch nog even gestopt bij de wadden en de kwelders, maar het tij was nu verkeerd en er zat veel minder dan gisteren. Gewoon geluk gehad dus! Toch weer leuk wat vogels gezien en dus goed gemutst op pad. Onderweg bleek er het nodige te zien, dus we hebben nogal wat keren gestopt voor het een of het ander. Vooral de aziatische wespendieven waren de moeite waard!
Ons hotel in Gir bleek vlak bij de tweede toegangspoort van het nationale park te liggen. Bij aankomst werden we meteen verwelkomd door twee gieren: een vale gier en een long-billed. Vanuit de lunchruimte op de eerste verdieping was er goed uitzicht op een vijgenboom, waar geregeld wat te zien was: jungle babbler, indian robin, oriental magpie robin, coppersmith barbet en tickell’s blue flycatcher. Na de lunch was er nog even tijd en die hebben we samen met een Franse vogelaar en zijn gids doorgebracht met vogels kijken langs de rand van het park. Naar verluid met kans op luipaard, maar daar was het eigenlijk te vroeg voor. Tal van zangvogels bleken present, waaronder white-browed fantail, asian paradise flycatcher en kleine vliegenvanger. De zwarte roodstaarten waren even wennen, want de vrouwtjes lijken meer op gekraagde roodstaart en de mannetjes zijn opvallend rood gekleurd van onder.
Om een uur of vier gingen we op gamedrive in Gir. Vogels kijken bleek lastig tijdens de gamedrive, maar chittal, sambar, black-faced langur en de zo gehoopte Aziatische leeuwen lieten zich goed zien. Op de terugweg scoorden we in de avondschemering zelfs nog een luipaard! Toch nog plum-headed parakeet, mottled wood owl, woolly-necked stork, yellow-footed green pigeon en de niet missen pauwen.
2 november Gir
Die ochtend weer een gamedrive met ongeveer hetzelfde patroon: veel stof happen, vooral grote vogels en veel leeuwen, herten en apen. Na de stoffige excursie meteen onder de douche gegaan en vervolgens ontbijt. Na het ontbijt weer langs de parkgrens naar de rivier gelopen. Naast heel veel en heel mooie soorten vlinders en libellen ook weer de nodige vogels gezien: ashy drongo, rufous-fronted prinia, common woodshrike, common iora en bonte en gewone ijsvogels. Ook tijdens de namiddag excursie weer leeuwen gehad. Dat scheen zeer uitzonderlijk te zijn en ook wij waren daar blij mee, want we hadden eindelijk een mannelijke leeuw.
3 november Gir
Voor het ontbijt nog even een rondje gelopen langs de rivier en de akkers in de omgeving van ons hotel. Omdat we nu ook langs akkers en in de ochtend liepen, hadden we weer de nodige nieuwe vogelsoorten: yellow-footed green pigeon, grey francolin, indian roller, rufous treepie en een luid roepende koekoek achtervolgd door andere vogels.
naar Little Rann of Kutch
Onderweg naar Little Rann of Kutch zijn we veelvuldig gestopt, zowel bij leuke vogels, als bij interessante biotopen. Een grotere stad onderweg had een leuke populatie zwarte wouwen. Bij een meertje zaten veel watervogels, waaronder Indische aalscholvers, lepelaars en zwartkopibissen. Op de oevers zaten diverse steltlopers en een citroenkwikstaart. Onderweg ook een kievit in een vies riviertje en naarmate het landschap droger werd ook geregeld groepjes spreeuwen en roze spreeuwen. We kwamen even na vieren aan en konden gelukkig meteen lunchen. Maar eerst moesten we even een van de twee aanwezige gestreepte dwergooruilen komen bewonderen in zijn slaapboom.
Nachtexcursie
In de late middag konden we mee naar een boerderij aan de rand van de Little Rann of Kutch en aansluiten zouden we op nachtexcursie gaan. Dat hebben we maar gedaan en het was geweldig! Overal bruinbuikzandhoenders en kortteenleeuweriken. In een bosje zaten tientallen wevers, waaronder baya en black-breasted weavers. In een plasje wemelde het van de watervogels en er vlogen meer dan honderd river terns boven. Om de lol compleet te maken zagen we al snel in de verte onze eerste Aziatische wilde ezels! Die nacht was het ook al een groot feest: wilde ezels, nilgai, desert fox en 10 syke’s nightjars en 2 indian nightjars.
4 november Little Rann of Kutch
Na een vroeg ontbijt zijn we langzaam vogelend richting Rann of Kutch gegaan. Dat leverde al meteen twee shikra’s op en een Indian grey mongoose. Onderweg veel zangvogels, zoals picatatapuit, gewone tapuit, hop, scharrelaar, vale braamsluiper, redheaded bunting en bay-backed shrike. De hele tijd vlogen er groepen kortteenleeuweriken over, maar we kregen nauwelijks leeuweriken aan de grond te zien. Toppers waren de stoliczka’s bush chat en de gestreepte vechtkwartel op enkele meters voor de jeep midden op het zandpad en enkele tientallen seconden goed in beeld. Een bezoek aan een steppemeer leverde een enorme hoeveelheid reigers, eenden, steltlopers en andere vogels op, waaronder kroeskoppelikaan, greater en lesser flamingo, river tern, kraanvogel, jufferkraanvogel, middelste zilverreiger, poelruiter en als slagroom op het toetje een kaspische plevier! De droge vlaktes van de Rann of Kutch leverden naast een steppekiekendief ook talloze isabeltapuiten, woestijntapuiten, duinpiepers, kortteenleeuweriken, kleine kortteenleeuweriken, grijskruinleeuweriken op en enkele kuifleeuweriken en sand larks. Uiteraard waren ook de wilde ezels weer present. Het (ietwat late) ontbijt bij het steppemeer maakte deze ochtend excursie helemaal compleet.
Laat in de middag waren we pas weer terug, nog net op tijd om voor de restjes lunch. Even bijkomen en voor we het wisten, was het alweer tijd voor de volgende excursie. Dit keer gingen we op zoek naar de oostelijke kraagtrap, maar de heenweg schoot niet op, onder andere door de vele grijze wouwen, Indische en Europese scharrelaars en 4 greater painted snipes. Eenmaal in de Rann of Kutch werden we verwend met smelleken, rednecked falcon, changeable hawk eagle en twee rufous-tailed larks. Wilde ezels, grey mongoose en nilgai maakten de middag helemaal af.
5 november Bajana creek
Die ochtend vroeg op om met het eerste licht naar het steppemeer Bajana creek te rijden. Onderweg werd er uiteraard weer voor van alles gestopt, waaronder voor twee crested buntings. Die ochtend vergelijkbare vogels gezien als de vorige ochtend, maar nu ook zwarte ooievaar, bastaardarend, steppenbuizerd, grauwe kiek, havikarend, dwergstern en een woestijngrasmus. Op de steppe liepen twee Indische gazellen. Op de terugweg vond onze gids nog een groepje van 8 Indian coursers in een akker. Ook hier weer ontbijt in het veld en een late terugkomst en dito lunch. Toch weer flink genieten.
Die middag weer terug naar de boerderij aan de rand van de little Rann of Kutch voor watervogels in het stuwmeertje en voor leeuweriken, piepers en kleine zangertjes in de graslanden en het acaciastruweel aan de rand. Het begon al goed met een groep van 20 hoppen met her en der een scharrelaar er tussen. Hoewel het vol zat met watervogels, bracht dat weinig nieuws. In het struweel echter wel: daar zat een pied cuckoo en twee steenortolanen.
6 november, Nog even genieten
Die ochtend rond het meertje gelopen bij ons hotel. Dat leverde een enorme hoeveelheid zangertjes op, die eerst druk aan het foerageren waren en later zachtjes zongen. Zo was het een stuk eenvoudiger de soorten te scoren. Bij de ingang van het hotel zat een grey-headed canary-flycatcher en een black-rumped flameback. Vooral kleine spotvogel en vale braamsluiper waren talrijk, maar ook syke’s spotvogel, struikrietzanger en common tailorbird waren aanwezig. Onverwachte toppers waren een grote vale spotvogel, een orpheusgrasmus en een bergbraamsluiper. Tussen de aanwezige gele kwikken in de koeienkralen zat een mannetje taivanus gele kwik
naar de trein
Na de lunch en na een laatste blik op onze gestreepte dwergooruil was het tijd om per taxi richting trein naar Jaipur te gaan. Onderweg was er nog wat tijd om naar vogels te kijken, wat onder andere bij een vuilnisbeltje een flinke hoeveelheid aasgieren en zwarte wouwen opleverde. Ook enkele dwergarenden waren aanwezig. Onderweg kwamen we in een fikse file terecht. Op het moment dat het verkeer stokt, rijdt iedereen links en rechts de wachtende rij voorbij en maakt net zoveel parallelle rijen tot alle beschikbare ruimte tot op de vierkante millimeter gevuld is met motoren, auto’s, vrachtwagens, bussen, tractoren, ossenkarren, handkarren en fietsen. Als dan de spoorbomen open gaan, dan staan er twee muren van staal tegenover elkaar, die allebei zo snel mogelijk naar de overkant willen. Het verkeer loopt dan ook vrijwel direct vast en wordt vervolgens moeizaam ontrafeld. Er stappen wat mensen uit die aanwijzingen geven, sommige rijden een stukje achteruit, anderen schikken toch nog een stukje in en zo komt langzaam een verkeersstroom langs de wachtrij op gang. Ook in de rij waar wij zelf staan is te merken dat aan de voorkant een dun sliertje voertuigen langzaam rijdt. Langzaam hobbelen we vooruit en worden de brede wachtrijen ingedikt tot een ketting van min of meer één voertuig dik. Tijdens dat indikken wordt overigens flink ‘geduwd en getrokken’: iedereen probeert zijn voertuig voor dat van de ander in de rij te persen. Wie het eerst bang wordt voor een deuk bindt in en eindigt een plaatsje naar achteren in de rij. De meesten laten het er echter niet bij zitten en gebruiken de eerste de beste gelegenheid om die plek weer terug te veroveren. Als meerijder moet je dan ook over stalen zenuwen beschikken, maar beter is het om het spel zoveel mogelijk te negeren en aan de Indiase chauffeur over te laten.
We waren op tijd op het overvolle station, waar we eerst wat gegeten hebben en daarna met wat afdingen een koelie voor onze bagage vonden en in hoog tempo naar het perron liepen. Op het perron lange rijen mensen voor de goedkoopste plaatsen in de trein. Die konden vast niet allemaal mee volgens onze chauffeur en wachten dan meestal gewoon tot de volgende avond weer een trein gaat. Onze eerste klas plaatsen waren gereserveerd. Alle plaatsen waren vol, maar ruimte was er te over. Die nacht niet echt goed geslapen. Door de airco had ik een deken nodig en mijn benen staken door het korte bed uit, waardoor er af en toe iemand tegenaan liep.
7 november Aankomst in Jaipur
Bharatpur en Keoladeo
Bij aankomst moesten we uiteraard eerst weer een woud aan papieren invullen en de nodige masala chai drinken, thee die met kruiden en melk gekookt wordt en vervolgens geschonken. Snel onze koffers naar de kamer brengen, de rugzak in gereedheid gebracht en op weg naar Keoladeo voor een wandeling in het nationale park met onze gids Ranbir.
In de ruigte en het struweel aan het begin van het nationale park zaten de nodige vogels, waaronder vale braamsluipers en yellow-eyed bulbuls. Ook zaten daar een japponicus buizerd en een white-eyed buzzard. Geregeld vlogen groepjes painted storks en asian openbill storks over. Daarop volgde een strook met meer bos, waar we naar nachtzwaluwen zochten. Die waren helaas niet te vinden en dat bleef de komende dagen zo, hoe zeer we ook probeerden. Bij bossen rondom de oude boomkwekerij nog gezocht naar lijsters, maar ook die wilden niet zo. Wel zat er een prachtige dusky eagle owl op haar nest. Ook siberische boompiepers waren goed vertegenwoordigd.
De picknicklunch werd genoten bij het informatiecentrum, maar eerst nog even succesvol gezocht naar de roodkeelnachtegaal en daarbij ook een blauwborst gevonden. Tijdens de lunch vlogen naast de talloze groepjes painted storks ook geregeld bastaardarenden over. Na de lunch even door het infocentrum gelopen en twee prachtige T-shirts en een vlindergids gekocht.
Een bezoekje aan de tempel leverde nauwelijks vogelsoorten op, maar wel asian giant turtles en een heuse jonge wilde kat, die daar – net als veel andere wilde dieren – halftam verbleef en heerlijk met een dood eekhoorntje aan het spelen was. Die zien er dan ook onweerstaanbaar uit voor een kat! In de bossen achter de tempel zagen we wel twee lijsters: een orange-bellied thrush en een scaly-breasted thrush. Ook zaten op veel plekken kleine vliegenvangers, grauwe fitissen en Siberische boompiepers. In de schemering zagen we twee goudjakhalzen en hoorden we er meerdere.
We waren laat op weg naar buiten, maar aan de poort werd niet moeilijk gedaan. Moe maar voldaan waren we weer terug in het hotel. Wachten tot 8 uur voor ons avondeten waren we inmiddels gewend. Even snel foto’s en de lijst doen met een biertje erbij, even opfrissen onder de douche en het was zo weer tijd voor het avondeten. Wel waren de muggen flink actief, wat de volgende ochtend goed te zien was aan onze voeten, die onder de bultjes zaten.
8 november Bharatpur en Keoladeo
Die nacht heerlijk geslapen in het geweldige bed. Heel wat beter dan het bed in de trein en ons dunne kapokken matrasje op harde houten bodem bij het vorige hotel. Lekker uitslapen bovendien, omdat we pas om half negen met onze gids hadden afgesproken. We zaten met een kopje thee en koffie na te genieten van het ontbijt toen de gids ons op kwam halen.
Die dag zouden we per fiets door het gebied gaan om onze reikwijdte te vergroten. Hoewel niet overal even handig, was het zo wel mogelijk om sneller op een goede plek te komen en daar met de fiets aan de hand te wandelen. De fietstocht ging langs graslanden omgeven door dijkjes overgroeid met grote acacia’s. De graslanden waren grotendeels leeg, maar de bomen vol met zangers, waaronder een smoky warbler en struikrietzangers.
Rond het middaguur kwamen we langzaam in de buurt van de langzaam vollopende moerassen. Overal zaten middelste zilverreigers en Indische witte ibissen te azen op beestjes die het opkomende water ontvluchtten. Her en der zaten saruskraanvogels, painted storks en woollynecked storks. Bij de uitkijktoren naast de tempel zaten veel wintertalingen, fluiteenden en pijlstaarten. Tijdens de lunch bij de tempel vlogen er weer de nodige bastaardarenden en enkele jonge keizerarenden over.
Die middag zouden we zelf een rondje gaan fietsen. Eerst nog even op zoek naar jacana’s en het aanwezige paar zwartnekooievaars. Heerlijk gefietst zonder gids. Dat leverde in het begin niet zo veel op, maar toen het wat later op de middag werd, was er steeds meer te zien: jakhalzen, jagende havikarenden, jagende bastaardarenden en heel veel watervogels. Terug bij het hotel deden de douche, het bier en de muggenolie veel goed.
9 november Bharatpur en Keoladeo
Die ochtend een rondje door dicht doornstruweel gelopen met onze gids. Helaas niet de gezochte sirkeer malkoa, maar wel een gors en de nodige struweelvogeltjes. Ook weer naar nachtzwaluwen gezocht, maar alweer tevergeefs. Vandaag was er wat meer tijd voor al die broedende watervogels in Keoladeo en zagen we ook de nodige kleine zangertjes in het struweel bij het water, maar veel nieuws zat er niet in. Na de lunch werden we echter getrakteerd op een heuse jungle cat. Fotograferen zat er helaas niet in. Onze route bracht ons ook over tal van slangensporen waarvan de eigenaar veelal niet meer te zien was. Toch zagen we ook een aantal slangen zelf: een rat snake en een 2,5m lange python.
De namiddag gingen we met een fietsriksja naar Bharatpur om kruiden te kopen en een nieuw haarspeldje te zoeken. Dat was een hele ervaring! Niet alleen manoeuvreren door het toeterende verkeer en tussen brommers en heilige koeien door, maar ook de bijna onmogelijke zoektocht naar wat wij wilden. Uiteindelijk kwamen we bij de huisedelsmit van onze gids, die wel iets wilde maken. Dat zouden we morgen op kunnen halen. Spannend!
10 november Chambal
Die ochtend zouden we naar Chambal gaan, een beschermd riviertraject waar onder andere gavialen, krokodillen en gangesrivierdolfijnen zouden zitten. Die eerste twee kregen we inderdaad te zien, maar de dolfijnen wilden zich niet laten zien. Wel zagen we flink wat forse vissen uit het water springen, naar verluid een goede indicatie voor jagende rivierdolfijnen. Verder zaten er veel river terns en de prachtige black-bellied terns. Ook veel casarca’s, lepelaars en de nodige steltlopers. Op de vele zandbanken op de oevers zaten volop river lapwings, white-browed wagtails, masked wagtails, woestijntapuit en een daurische klauwier. Helaas waren de schaarbekken nog niet teruggekeerd in het gebied.
In de middag eindeloos vogels gekeken in de omgeving. Eerst bij een tempel waar we ook geluncht hebben. In de tempelvijver zaten veel langstaartjacana’s en op de tempelgebouwen de nodige brown rock chats. Bij diverse vloedvlaktes en meertjes zaten veel eenden en steltlopers en in de omgeving zagen we draaihalzen en wevervogels. Op een laatste, meer schraal en rotsachtig terreintje kwamen we picatatapuit tegen en de nodige piepers: duinpieper, grote pieper, Mongoolse pieper Siberische boompieper en langsnavelpieper.
Bharatpur
Er volgde een lange tocht terug naar Bharatpur, waar we naar de stad gingen om onze armband en haarspeldjes op te halen. Spannend! Daar aangekomen viel het een beetje tegen, maar de spullen toch maar gekocht en inmiddels zijn we toch nog tevreden met de aankoop.
11 november Een lange rit
Die dag zouden we in 10 uur naar Nainital rijden, maar het bleek een eindeloze rit van wel veertien uur te worden. Veel meer dan we gedacht hadden en dat terwijl we eigenlijk nauwelijks gepauzeerd hadden. Vlakbij Bharatpur waren enkele prachtige natte rijstvelden, maar we waren pas net onderweg en wilden niet meteen overal stoppen. Later was het landschap veel saaier en hadden we spijt van onze overgeslagen stop. Het was een lange rit naar Delhi en onderweg in de grotere plaatsen zaten overal zwarte wouwen. Delhi was wat dat betreft echter het hoogtepunt: ruim 10000 zwarte wouwen zweefden boven de vuilnisbelt! Hoogspanningsmasten, draden en bomen in de omgeving zaten afgeladen vol met wouwen. Wat een gezicht! En wat staat een stoplicht dan kort op rood! Na Delhi kwamen we bij de Ganges. We hebben over de brug gelopen om ook wat vogels te kunnen kijken, maar er zat weinig. Wel was het een groot spektakel rondom de vele rituele begrafenissen aan de oever van de Ganges. Aan de overkant van de Ganges nog door een stuk landbouwgebied gelopen. In velden met suikerriet zou speciale vogels zitten, maar dat viel tegen: we kwamen vooral het al bekende spul tegen.
Na deze langere pauze vol goede moed aan het vervolg van de route begonnen. Het verliep voorspoedig, maar op een gegeven moment stonden er allemaal vrachtauto’s stil op de snelweg. We reden er gewoon langs af, maar na enkele kilometers ging dat niet meer. Onze chauffeur ging een praatje maken en al snel werd duidelijk dat er verder geen doorkomen meer aan was: vanwege een drukbezocht festival was de weg verderop afgesloten. En dus zat er niks anders op dan proberen om te keren. Na een hoop passen en meten kon er gekeerd worden en konden we ons tussen de inmiddels dubbele rijen stilstaande (vracht)auto’s terug wringen. Gelukkig lukte het om de ruim een kilometer terug gelegen afrit te bereiken. Daar begon onze alternatieve route naar Nainital. Helaas door veel drukke dorpjes en uiteindelijk over een heel erg slechte weg. 2 uur lang alleen maar stofhappen, diepe kuilen ontwijken en voorzichtig door minder diepe kuilen heen rijden. Een drama! En toen de weg eenmaal beter werd, moesten we nog 50km de bergen in. Bijna 2 uur op hoge snelheid slingerend over een smal bergweggetje. Dat was teveel voor Esther en we moesten een paar keer stoppen. Het was al laat toen we eindelijk in ons hotel aankwamen. Dat bleek in Pangot te liggen, ruim een half uur rijden voorbij Nainital. Snel even douchen en aan tafel. We waren bekaf en gingen snel naar bed.
12 november Pangot
Die ochtend zouden we wat uitslapen, maar toen het licht werd, kon ik niet langer in bed blijven liggen. Ik hoorde allemaal onbekende vogelgeluiden en wilde zien wat het was. Buiten aangekomen was het net pas aan het schemeren, maar wel was duidelijk dat de vogels niet alleen anders klonken, maar ook echt anders waren: rufous sibia, black-headed gay, streaked laughingthrush, chestnut-bellied rockthrush, russet sparrow, chinese fluitlijster en Himalaya groenling. Dat was nog eens wakker worden! Even later onderweg naar het ontbijt kwamen er nog wat soorten bij: white-throated laughingthrush en de lokale variant van onze gaai.
Na het ontbijt gingen we vanuit het hotel rustig wandelen de bossen van de Pangotvallei in. Hier zaten tal van zangertjes: lemon-rumped warbler, grey-hooded warbler en ashy-throated warbler. Al snel zagen we ook de eerste sunbirds: green-tailed en fire-tailed. In een vogelzwerm kwamen we veel mezen, boomklevers, boomkruipers en spechten tegen. Voor ons een onbekend gebeuren, maar daar heel normaal. In het dichte struikgewas vonden we nog een blue-winged minla en bij een overgroeid beekje een scaly-breasted wren babbler. We vervolgden onze weg door een heerlijk extensief bergdorpje met kleine terrasakkertjes tegen de helling geplakt. Her en der zaten vogels en op een van de terrasranden ontdekte Esther een upland pipit, een moeilijk te vinden soort. Op een gegeven moment vlogen er enkele sneeuwgieren in de lucht. Na een zware klim waren we weer terug bij ons hotel. Even relaxen in de zon op het terras en lekker genieten van de lunch.
‘s Middags zijn we omhoog gereden naar een dorpje. Inmiddels was het mistig geworden, een gebruikelijk weerfenomeen in de Himalaya op de overgang met het laagland. De zon warmt de lucht in het laagland op en duwt de warme vochtige lucht tegen de bergen omhoog, waar deze tot wolken en mist condenseert. Onderweg kwamen we twee Maleise bonte marters tegen, een soort grote boommarter. De dieren lieten zich goed bekijken en zelfs op de foto zetten. In het dorpje was het erg stil, maar af en toe kwamen we een soortenzwerm tegen vol vogels. Meestal weet je dan niet waar eerst te kijken. Kicken dus!
Die avond was het kil en koud in ons hotel. In ons hutje was een verwarming, maar in de eetzaal van het hotel niet, zodat het daar aan de kille kant was. Toch bleven we lang in de eetzaal, omdat daar tenminste stoelen en tafels waren.
13 november Pangot weer
Die ochtend was er nog steeds mist en dus bleef het koud! Slecht nieuws voor het vogels kijken, want in de zon is alles veel actiever. Toch maar op pad. We zouden omhoog gaan, waar de kans op ochtendmist een stuk kleiner was. Op zoek naar cheer pheasant en koklass pheasant, die we beiden na veel zoeken ook vonden! Verder groepjes altaiheggenmussen, grijze gorzen en andere soorten. Het weer was echter niet goed genoeg om op de hellinggraslanden te wachten op opstijgende roofvogels en dus gingen we naar een dorpje om ons geluk te beproeven. Het gesjok door dit dorpje leverde veel op: common, pink-browed en dark-breasted rosefinch, grijze gorzen en white-capped buntings. Tot onze verrassing liep er weer een Maleise bonte marter naast de weg. We gingen nog even op zoek naar een grote uil, die wel vaker in een boom naast de weg zou zitten. Helaas vandaag niet.
Die middag gingen we opnieuw naar een dorpje. Ditmaal lager op de helling gelegen. Door de mist en lichte regen reden we naar beneden. Bij het dorpje kregen we nog een laatste bui, maar daarna klaarde het een beetje op. Het bleef wel zwaar bewolkt en af en toe kwam er een wolk op ooghoogte langs. In en rond het dorp zaten onder andere grey bushchats, plain leaf warbler, rufous-breasted accentor en in een snelstromend bergbeekje onze eerste spotted forktail. In een volgend dorpje was het eveneens prijs: Tibetaanse klauwier, chestnut-eared bunting, blue-headed barbet, yellow-browed tit en whistler’s warbler. Terug bij het hotel was het wederom een gezellige maar kille avond.
14 november Sat Tal
Die ochtend vroeg op om de berg af te rijden richting Nainital en verder. Al bij Nainital hadden we de eerste vogels: de prachtige red-billed blue magpies en een asian barred owlet. Een bezoek aan een snelstromende bergbeek leverde eerst een groepje rustende steppearenden bij een vuilstort op. In de beek zaten crested kingfisher, plumbeous waterredstart, white-headed waterredstart, little forktail en spotted forktail. In het bos op de oever zaten volop zangvogels: vele mezen, maar ook whiskered yuhinas en een laughingthrush. Andere stukken beek leverden weinig op. Een cetti’s zanger of aanverwant bruin sluipertje vloog nog naar de overkant, maar kon niet goed genoeg gezien worden. Een volgende stop was in een prachtig hellingbos waar een chestnut-headed tesia zich goed liet zien. Even verderop was een stuwmeer van waaruit een klein stroompje verder liep. Het stroompje liep vlak langs de bosrand die ter plekke met dicht struikgewas begroeid was. Dit trok veel vogels aan die er wilden badderen en drinken: mountain bulbul, ashy bulbul, red-billed leiothrix (Japanse nachtegaal), lemon-rumped warbler, grey-hooded warbler, white-throated fantail, yellow-bellied fantail en vele anderen. In hetzelfde dichte struikgewas zaten korte tijd twee scaly-breasted piculets in de dunne twijgjes van de braamstruiken te hakken. Verderop in het beekdal zaten twee blauwstaartjes en veel meer tesia’s.
Op de terugweg naar ons hotel zijn we nog even bij de vuilstort van Nainital gaan kijken. Hier zaten een kleine 100 steppearenden, twee savannearenden en een muntjak. Tussen Nainital en ons hotel nog even gestopt bij de uilenboom en nu zat hij er wel! Een prachtige en grote mottled wood owl.
15 november Naar beneden
Na het ontbijt en een laatste korte blik op de omgeving van het hotel, was het tijd om naar beneden te rijden. Onderweg zouden we nog diverse keren stoppen. Bij de eerste stop vlogen er diverse vale gieren en steppearenden over het dal. Ook een nepal house martin vloog over. Bij een beekje zaten weer diverse plumbeous waterredstarts en white-headed waterredstart. Weer verderop zat bij een zandweg langs een dorpje een bonte tapuit. Tot slot hebben we een korte wandeling gemaakt bij Mongoli valley. Hier ontdekten we dankzij veel scheldende mezen en andere zangertjes weer een asian barred owlet. Langs het pad zaten hier de nodige vogels en vooral rondom een dorpje was het goed druk en zagen we onder andere een lammergier overvliegen. Een wandeling beneden in het dal langs een beek naar een waterval leverde naast een grote gele kwikstaart vooral veel prachtige libellen op. In het bos naar de waterval toe zat wel nog een prachtige scarlet sunbird te zingen.
Vlak voor ons hotel kwamen we nog een grote stuwdam in een grindrivier tegen. Hier zaten vele tientallen vogels: casarca’s, steltkluten, kleine zilverreigers en vele anderen. Toen we eindelijk bij het hotel waren was het hoog tijd voor onze lunch.
Die middag nog zelfstandig een wandeling naar de rivier gemaakt. Onderweg zaten er brown rock chats in het dorp. Langs de rivier veel bonte ijsvogels, een crested kingfisher en veel waterredstarts. Her en der zaten river lapwings en vlogen zwaluwen boven het water. De zon ging echter al snel onder en we waren duidelijk niet op de beste plek. Wel kwamen aan het eind van de dag verschillende olifanten met toeristen uit het bos aan de overkant gelopen.
16 november Wild Crest
Deze ochtend gingen we met een gids op pad in de omgeving van ons hotel. In tegenstelling tot gisteren, gingen we nu een stuk verderop naar de rivier. Tot onze grote verrassing zaten er in de bomen rondom de akkertjes en bij de huisje her en der gieren te broeden: white-backed vultures. Vervolgens liepen we over een smal paadje tussen de houtwallen rondom akkertjes naar de rivier. Overal bleken vogels te zitten: tickel’s leaf warbler, white-rumped shama, lineated barbet, white-cheeked bulbul en vele andere.
Na deze zeer geslaagde ochtendwandeling gingen we een stuk stroomopwaarts naar rivier. Hier bleken twee rotskruipers te zitten; gewoon op de grote grindkeien op de oever en op wat betonblokken die moesten voorkomen dat de rivier al te zeer zou gaan meanderen. Het ooibos op de oever was niet zo bijzonder, maar ook hier zaten de nodige zangvogels en wat spechten. Ook het naastgelegen teakbos, een plantage, werd bezocht op zoek naar spechten, maar ook hier lieten vooral de al eerder waargenomen soorten zich zien. We moesten het doen met een enkele kleine vliegenvanger. Een derde riviertraject leverde weer de nodige soorten op, vooral veel waterredstarts.
We vervolgden de weg verder richting Corbett en hier werd het bos steeds gevarieerder. Op diverse plekken was veel te zien, zoals een prachtig mannetje little pied flycatcher. Bij een brug over een zijdal zat een heuse species swarm: veel verschillende soorten mezen, bulbuls, boomklevers en zangers zaten bijeen. In ieder geval was er naast de talrijke chestnut-bellied nuthatch ook white-tailed en velvet-fronted nuthatch aanwezig. Ook zat in een hoge boom naast de weg een prachtige en grote crested serpent eagle. Inmiddels was het hoogste tijd om terug te gaan en van de lunch te genieten.
Olifanten
Die middag zijn we de andere kant opgegaan naar een andere ingang van Corbett. Onderweg diverse stops gemaakt in de bufferzone van het park. Hier zaten in door olifanten geopend bos diverse wielewalen en maroon orioles. Ook waren er de nodige drongos aanwezig, waaronder spangled en ashy. Boven een organisch vervuilde rivier vlogen veel zwaluwen, waaronder plain martin, pale martin, sand martin, boerenzwaluw en roodstuitzwaluw. Aan de oever van het stroompje zaten natuurlijk ook de nodige kwikstaarten en steltlopers, zoals witgatje en oeverloper. Vlak bij de toegang tot Corbett zagen we in de schemering twee goudjakhalzen liggen in een rivierbedding. Aan het vele alarm te horen liep even verderop een tijger, maar we kregen hem niet te zien. Toen we terug gingen was het inmiddels donker geworden. In de schemering reden we terug door het bos en plotseling hoorden we olifanten huishouden in het bos. Overal kraakten bomen! In het voorbijrijden zag ik een grote grijze schim, maar onze gids wilde pas verder stoppen om naar het geluid te luisteren. Hij was bang voor olifanten en terecht: tegenwoordig zijn er veel conflicten tussen olifanten en de almaar oprukkende boeren. Jaarlijks zorgt dat voor de nodige slachtoffers aan beide zijden. Helaas…
17 november Corbett
Die ochtend zouden we ons hotel verlaten en naar Corbett gaan. Maar eerst nog even naar de grote grindrivier, omdat daar ibisbill voor zou komen en die stond nog niet op ons lijstje van deze reis. Helaas voor ons liet de ibisbill zich niet zien, maar wel weer rotskruiper, de nodige steltlopers en kwikstaarten. Ook zaten er de nodige piepers die moeilijk op naam te brengen waren. In ieder geval zat er een long-billed pipit, een rosy pipit en vermoedelijk de lokale waterpieper, maar door het wissen van de foto’s van die piepers is dat niet meer te controleren.
Op weg naar Corbett kwamen we weer door dat mooie bos en dit keer zat er green magpie, white-hooded laughing-thrush en wederom de crested serpent eagle. Binnen Corbett ging het verder met de leuke soorten en om de haverklap waren er vogelgroepen met een zeer gevarieerde samenstelling. Op weg naar onze lunchplek zagen we in een hoog bos onze eerste spechtenzwerm: tientallen spechten van diverse pluimage die gezamenlijk voedsel zochten. Soms zaten er wel 3 soorten spechten in één boom. Vlak voor de lunchplek vloog er een changeable hawkeagle en op de lunchplek een rufous-bellied eagle. Ook vlogen er veel crested treeswifts en white-rumped needletails. In het struikgewas zat een huisgors en wat ander klein spul.
Na de lunch reden we verder, waarbij we een bezoek brachten aan crocodilepoint, waar krokodillen, gavialen en grote meervallen te zien waren. Even verderop zat een tawny fish owl in een boom langs de weg. We reden verder op zoek naar vogels, maar het was allengs wat stiller geworden gezien het uur van de dag. Plotseling zag Esther dat haar rugzak met telescoop en beurs niet meer op de achterbank lag! Paniek en natuurlijk hele discussies over wanneer hij voor het laatst gezien was. Gelukkig kende onze chauffeur vele andere gidsen in het park, dus al snel was het halve park op zoek naar onze rugzak. Die avond in het hotel werd de rugzak langs gebracht. Gelukkig was nog alles heel.
18 november Corbett
Onze olifantenrit van deze ochtend ging niet door. De meeste olifanten moesten ingezet worden om een wilde olifant die al 9 mensen gedood had in het oerwoud op te sporen en te doden. Erg vervelend voor ons, vooral ook omdat het zo waardeloos gecommuniceerd werd, maar vooral balen dat een wilde olifant moet sneuvelen omdat wij zijn leefgebied ingepikt hebben. Niet zo goed gemutst op pad gegaan met een gids van het park. Gelukkig snapte deze gids dat wij graag vogels wilden zien en niet per se een tijger. Dat was dan ook goed vogels zoeken en ‘s ochtends vroeg een beetje tijgers zoeken. Mooie verse sporen gezien, maar geen tijger in levende lijve. Die ochtend weer een smoky warbler gezien en prachtige white-headed tits, een soort staartmeesjes. Verder twee brown fish owls en twee lesser coucals. Na deze ochtendrit was het tijd voor ontbijt. We namen afscheid van onze tweede gids en genoten van een heerlijk maal.
De tweede helft van de ochtend weer richting uitkijktoren gereden, maar eerst naar het stuwmeer en de omringende natte graslanden. Hier veel gezien: een mannetje hodgson’s bushchat, een stolitza’s bushchat, enkele lesser fish eagles en geheel onverwacht een white-bellied see-eagle. Boven de graslanden vlogen nu steeds meer roofvogels: red-headed vultures, vale gieren, havikarenden, changeable hawk eagles en de prachtige falconets, hele kleine valkjes. Na het grasveld nog een rondje door het bos gemaakt en hier weer de nodige spechten in spechtenzwermen gescoord. Ook zat een goudjakhals een chittal op te eten die door een tijger gedood was. Van de tijger helaas geen spoor.
Na de lunch tijd om naar buiten te gaan. Diverse stops leverden nog wat op, waarbij vooral de zwarte ooievaars, draaihals en enkele wijnborstpiepers erg leuk waren. Uiteindelijk hadden we zo veel tijd gebruikt, dat we nog snel naar buiten moesten rijden. Die nacht sliepen we weer in Wild Crest buiten het park.
19 novemberEen laatste wandeling buiten
Die ochtend zouden we nog een keer langs de rivier gaan kijken om te proberen de ibisbill en de vraagtekenpiepers te vinden. We zouden naar een tempel moeten gaan, maar toen we daar waren, was het niet duidelijk of we op de goede plek waren of niet. We hadden de indruk van niet, maar achteraf bleek van wel. Veel zat er niet in de buurt van de tempel, maar wel waren er weer twee rotskruipers naast de nodige water redstart en white-browed wagtails. Even verderop bij een oude brug bleek weer een rotskruiper te zitten. Ook hier geen ibisbill, maar wel in de bosrand naast de rivier een crested snake eagle en een grey-headed fish eagle. De struiken in de bosrand bevatten naast de gebruikelijke mezen en zangers ook een zingende small niltava en een rufous-bellied niltava. Prachtige vogels!
Naar Delhi
Na het ontbijt was het tijd om uit te checken en op weg te gaan naar Delhi. Dat beloofde weer een lange rit met de auto te worden. Na een eerste stuk prima weg volgde een slechtere weg, maar gelukkig veel beter dan de heenweg naar Nainytal. Onderweg zijn we bij een klein riviertje een landbouwgebied ingelopen in de hoop op white-tailed bushchat en yellow-bellied prinia, maar het leverde vooral Siberische boompiepers en zwarte wouwen op. Langs het riviertje zaten de nodige steltlopers; een duidelijk teken dat het waterloopje organisch vervuild was.
Een stuk verderop kwamen we bij een veel bredere rivier, vol eenden en steltlopers. Hier werd een nieuwe brug gebouwd, zodat we ter plekke van de ‘snelweg’ af konden. Hier hebben we onze lunchpicknick gecombineerd met vogels kijken. Dat leverde veel steltkluten, kemphanen en temmincks’ strandlopers op. Ook zaten er de nodige zwaluwen, waaronder diverse soorten oeverzwaluwen: zowel plain, pale als sand martins.
De weg naar Delhi duurde lang, maar verliep verder redelijk voorspoedig. Onderweg onze ogen uitgekeken naar de andere weggebruikers en hun gedrag. In Delhi waren er weer de 10000den zwarte wouwen nabij de grote vuilnisbelt. We waren mooi op tijd bij ons hotel, waar we konden douchen en eten. Om 22:00 uur zouden we uitchecken en naar het vliegveld gaan.
20 november Terugvlucht
Op het vliegveld ging alles voorspoedig. We hadden ruim de tijd en hebben nog een poging gedaan om ons geld op te maken aan souvenirs en een drankje. Als laatste Indische vogel vloog binnen het gebouw nog een common myna langs. Al slapend en etend verliep de terugvlucht naar Parijs vlot. Daar aangekomen bleken we te weinig tijd te hebben om naar onze vlucht naar Amsterdam te komen. Met de tong op de schoenen kwamen we aangerend. Bleek de vlucht ‘gelukkig’ vertraagd. Dat geluk bleek echter erg relatief toen de vertraging ‘nog wat langer’ bleek te duren. Er was hevige mist op Schiphol. In plaats van om een uur of 8 vertrokken we uiteindelijk om 12 uur. Op Schiphol wachtten de ouders van Esther op ons die ons snel naar huis brachten. Dat was een geluk bij een ongeluk, want het openbaar vervoer in Rotterdam staakte, zodat we anders van het treinstation in Rotterdam tot Zuidplein hadden moeten lopen. Eenmaal thuis was alle ongemak echter snel vergeten.