Enjoy the beauty of nature, travel the world!
Blue Elephant
  • Bhutan
  • Blue Elephant, flamingo, fotografiereis, fotoreis, vogelreis, natuurreis
    Coto Doñana, Algarve
  • Bhutan, zwartnekkraanvogels
  • Japan, Steller's zeearend
  • India, tijger
  • Japan, Japanse kraanvogel
  • Schotland, Papegaaiduiker
  • Waar niet? zeearend
  • Oeganda, Kaapse buffel en schaarbekken
  • Bhutan, Groene kitta
  • Wit-Rusland, Witvleugelstern
  • Coto Doñana, flamingo

Reisverslag Tijgers en vogels

bovenindia-2Verslag van een vogel- en tijgerreis naar India

naar reisinformatie

De reis erheen

Met een vlucht van Lufthansa vertrekken we half elf in de ochtend naar Frankfurt. Na een uurtje zijn we er en dan hebben we echt alle tijd om over te stappen naar het vliegtuig van Air India dat ons naar Delhi brengt. Die vertrekt pas rond vier uur in de middag. Het is een behoorlijk volle Boeing 747 waarin we alvast kennis maken met wat we veel zullen zien, mannen met tulbanden, vrouwen in sariís met altijd heldere en frisse kleuren. De primaire kleuren zijn sterk vertegenwoordigd. De stewardessen zijn prachtig gekleed in sari’s met de kleuren van Air India. Ze zijn niet alleen allemaal erg knap om te zien, maar ook hun service is uitstekend.

Bharatpur

Om twaalf uur ‘s nachts komen we aan, tenminste volgens onze horloges. Na aanpassen van de klok

Indische nimmerzat

Indische nimmerzat

blijkt het half 4 te zijn. We worden opgewacht en in een kleine bus naar Bharatpur gereden. Daar zijn we dan om kwart voor 8 in de ochtend. Onderweg hebben we al de eerste Indische nimmerzatten, zwarte wouwen, huiskraaien, aasgieren, middelste zilverreigers, koereigers, Indische ralreigers, oevermainaís en treurmainaís gezien. We krijgen een ontbijt buiten in de tuin en gaan een poosje naar bed. Rond een uur of een is iedereen weer present. We krijgen een lunch, die hier al aardig op een warme maaltijd lijkt en gaan daarna ons eerste bezoek aan park brengen. Onze gids Laksmi is een bijzondere goede en deskundige gids, die bovendien een zeer goed verstaanbaar Engels spreekt. De eerste kennismaking met het park is een goede. Op riksjaís, met twee personen per riksja rijden we vanaf ons hotel in 5 minuten naar het park en daar een minuut of twintig door het droge gebied tot we bij Sapan Mori komen, het

halsbandparkiet

halsbandparkiet

mooie plassengebied. Onderweg merken we dat halsbandparkieten de meest nadrukkelijk aanwezig vogels zijn in het park, met daarnaast het voortdurende geroep van palmtortels en langs de droge verharde weg zitten werkelijk overal geelkeelrotsmussen. Regelmatig horen we de luide roep van de grijze frankolijnen en zien ze ook af en toe. Bij Sapan Mori zijn de eerste broedkolonies. Na een goede moesson in de afgelopen zomer is het park vol water geraakt en zijn de kolonies uitstekend bezet. De vogels maken een bijzondere drukte. In de eerste bomen hebben honderden Indische nimmerzatten hun nesten gebouwd. Een klein stukje verderop zijn er bomen met enorm veel Indische aalscholvers, gapers, kwakken en middelste zilverreigers. In een boom zitten de nesten van 10-tallen slangenhalsvogels, die al aardig opgroeiende jongen hebben. Het is een bijzonder contrast om de zwart met bruine slangenhalsvogels te zien samen met hun al grote, geheel witte jongen.

10purperkoetHet is puur genieten van de immense aantallen vogels op hun nesten, die permanent ìmet elkaar in gesprek zijnî. Het warme zonnige weer doet er ook alles aan om ons meteen in de vogelvakantie stemming te brengen. Zoals gebruikelijk valt de avond snel en vroeg in, zo ver zuidelijk als we nu zijn. Om zes uur wordt het donker, dus we gaan weer in de riksjaís terug naar het hotel bij de naderende schemering. Toch laat onze gids ons nog even halt houden op een plek die we op de heenweg overgeslagen hebben, maar waar we de volgende dagen nog

Coromandeloehoe

Coromandeloehoe

wel eens zullen stoppen. In een grote boom langs de weg zien we een bisschopsooievaar op zijn nest. Maar de grote telelenzen van een paar fotografen zijn niet daarop gericht, maar juist naar een nest boven in de boom waarop een majestueuze coromandeloehoe ons bewegingloos aan zit te kijken.

Terug in het hotel krijgen we een welkomstborrel van de eigenaar en na een geanimeerd gesprek en de geruststellende opmerkingen, dat we zeker veel tijgers zullen zien gaan we aan tafel.

Saruskraanvogel

Saruskraanvogel

De volgende dagen hebben wij het hele park bezocht, elke dag weer een ander gedeelte, zodat we de prachtige meren met hun bloemrijke vegetaties en vogels overal hebben gezien. Maar de droge delen kwamen ook volop aan bod en natuurlijk het mooie bos achter de Monkey Temple. Zo hebben we kunnen kennismaken met verschillende saruskraanvogels. Achter de Keoladeo tempel aan het eind van de verharde weg liep in het natte gras een paartje met twee jongen, een prachtig gezicht. De moesson heeft niet alleen gezorgd voor een uitstekende bezetting van de vele broedkolonies maar ook allerlei

Bonte ijsvogel

Bonte ijsvogel

andere niet in kolonies broedende vogels zijn algemeen aanwezig. Smyrna ijsvogels en gewone ijsvogels, Chinese woudaap, zwarte drongoís, casarcaís, vlekbekeenden, fluiteenden, painted snipe, kleinst waterhoen, purperkoet en maar op. In de lucht wemelt het van de huisgierzwaluwen. Door de plassen banjeren soms sambarherten of nijgauís.

Helemaal in het oostelijk deel van het park staat de Monkey temple. Het is een plaats,die gewijd is aan de verering van de rhesusaap, hier alom aanwezig. De tempel is bijna omgeven door bos. Dichtbij staan hoge vijgenbomen en hierin horen en

bruinkopbaardvogel

bruinkopbaardvogel

zien we twee soorten baardvogels de bruinkopbaardvogel en de kopersmid. Beide soorten horen we bijna de hele dag, maar ze echt te zien krijgen is een ander verhaal. Hier lukt het. Ook zitten hier de Tickelís lijster en de damalijster (Orange-headed Thrush), overwinteraars uit de Himalaya. In dit bos horen we regelmatig ook grijze neushoornvogels, die we gedurende de week ook regelmatig te zien krijgen. Ook zitten hier de geelrugspechten en de Indische bonte specht. Bij de tempel is ook een zgn. Forest Nursery, waar vroeger

langstaartnachtzwaluw

langstaartnachtzwaluw

bomen werden gekweekt om in het park uit te planten. Deze gewoonte is verlaten evenals de nursery, maar we kunnen hier nog wel de Horsfields nachtzwaluw  (Large-tailed Nightjar) vinden, een nachtzwaluwsoort die op de grond rust. Dit lukt niet zonder een gids die precies weet waar de beestjes zitten.

We maken een wandeling door dit bos in zuidelijke richting. Vanuit de bomen worden we gadegeslagen door rhesusapen die opmerkelijk stil zijn en voortdurend in de buurt. Af en toe zien we hier ind-lt-rhesusgrijskopvliegenvanger, kleine vliegenvanger, verschillende kleine zangers zoals Brook’s bladkoning, (waar een Engelsman special voor naar Bharatpur is gekomen), de Humeís bladkoning en de bruine boszanger. Als we het bos uitkomen kijken we uit op uitgestrekte ondiepe plassen en droge bossen. In de droge delen zoeken we pythons, maar die vinden we niet. Als troost zien we drie grielen, een Jacobijnkoekoek (Pied cuckoo), enkele jakhalzen en een grijze wouw. Verder lopend naar onze lunchplek bij de Keoladeo tempel zien we een nieuwe soort voor het reservaat, een kleine rivierarend. Wij zijn blij maar Laksmi gaat helemaal uit zijn dak. In ons hotel wordt ís avonds ter gelegenheid van dit feit een bijeenkomst belegd met lokale deskundigen. Bij de Keoladeo temple kan thee en frisdrank worden gekocht en eten we ook de lunches. Hier zijn altijd hoppen, horen we de coucal en proberen de jungle babbelaars en palmeekhoorns kruimels van de lunch op te pikken. Rhesusapen proberen de hele lunch van je te jatten en daarom moet je blijven opletten

Droge gebied

De droge gebieden zijn een verhaal apart. Hier zien we de laatste overgebleven Indische gieren in Bharatpur, Indische slangenarend, bastaardarend, schreeuwarend, oorgier, grijze wouwen, maar ook af en toe een steppearend en eenmaal een heuse savannearend. In de doornige struiken die dit gebied domineren zien we verschillende bruinrugklauwieren, heel veel langstaartklauwieren, Indisch paapje (Indian robin), zwarte roodborsttapuit (Pied bush chat).

 

sambar

sambar

Doordat er veel water was, was er ook de mogelijkheid om een boottocht te maken. Dit deden we op een ochtend waarbij het weer nog niet heet was. De boot werd door een jonge Indiër met een lange stok voortbewogen. De rust was weldadig en we genoten van de kleine broedkolonies in bomen die op eilandjes stonden, van de bosruiters, kleine en Temminckís strandlopers, wulpen, groenpootruiters en bronsvleugeljacanaís. De bijna pastorale sfeer werd ook benadrukt doordat we af en toe sambarherten zagen op eilandjes of met de poten half in het water waarbij ze druipende waterplanten in de bek hadden.

Gangesgaviaal

Gangesgaviaal

Een dag maken we een uitstapje naar de Chambalrivier. Dit is een bijzondere plek waar nog rivierdolfijnen voorkomen. Bovendien is er een populatie van de zeer zeldzame en zeer bedreigde gangesgaviaal. Dit is een visetende krokodil met een zeer smalle en lange bek, volledig toegerust op uitsluitend viseten. Daarnaast is er veel aan vogels te zien en daarvan zien we honderden krooneenden, vele bosruiters, rivierkieviten, steltkluten en gewone kluut, visarend, aalscholver, Indische dwergaalscholver, een groep schaarbekken, bruinkopmeeuw, reuzenzwartkopmeeuw en rivierstern.

Na vijf dagen Bharatpur verlaten we met pijn in het hart het heerlijke hotel en vertrekken naar Agra, wat in reistijd maar anderhalf uur is. Onderweg bezoeken we het oude paleiscomplex Fatehpur Sigri. In Agra bezoeken we de Taj Mahal, het imposante mausoleum dat de megalomane Sjah Jahan voor zijn overleden eerste vrouw Mumtaz liet bouwen.

Na het verblijf in Agra vertrekken we met de trein naar Umaria. Dit duurt de hele nacht, maar we slapen comfortabel op schone bedden met schone slopen en lakens. ‘s Ochtends komen we aan in Umaria, alwaar landrovers ons opwachten en naar Tala brengen. We komen aan in de Jungle lodge, lemen hutten met warme douches en ook gewone nieuwe hotelvoorziening. De lemen hutten hebben de voorkeur en de reisleider is gedwongen om een luxe kamer te betrekken, omdat de lemen hutten allemaal bezet zijn. Maar als de stroom uitvalt is dat overal hetzelfde waar je ook zit.

Meteen het park en naar de tijgers

tijgerwelpen

tijgerwelpen

Maar hier hebben we geen tijd voor bij aankomst. We kunnen ons nu nog niet settelen. We krijgen thee, koekjes en koffie en gaan meteen met jeepjes het park in Om 8 uur rijden we naar binnen en om 20 minuten over 8 staan we oog in oog met 4 jonge tijgers. Ze zijn 15 maanden oud maar wachten nu op moedertijger die uit jagen is. Even later verdwijnen ze tussen de bamboe en gaan wij een ronde rijden. We zien vele axisherten (er zitten er vele duizenden in het park), die het hoofdvoedsel van de tijgers vormen. Daarnaast zien we een prachtige Australische rupsvogel (large cuckooshrike), gekuifde boomgierzwaluwen, coucals, witnekooievaars.

In de middag gaan we het park in en meteen is het weer raak voor een aantal van ons. Weer zagen ze tijgers. Maar daarnaast werden weer veel vogels gezien, met als nieuwe soorten onder andere common iora, vlaggendrongo (Racket-tailed drongo), witbuikdrongo.

rode honden

rode honden

De tweede dag in het park wordt een heel bijzondere. Bij binnenkomst zien we al snel de tijgers weer die zich nog steeds op dezelfde plek ophouden. Nadat ze zich hebben teruggetrokken tussen de bamboe rijden we verder. Na korte tijd denken we een groepje jakhalzen te zien, maar de chauffeur wordt enthousiast en we zien al gauw aan de rode kleur van de dieren en aan hun dikke staart dat we hier met dholes, oftewel rode honden te doen hebben. De chauffeur zegt dat hij hooguit twee keer per jaar zoiets ziet. Rode honden zijn niet zozeer zeldzaam, maar ze leven normaal zo strikt in het nachtelijk duister dat ze zelden gezien worden. En nu zien we een hele groep, sommigen gaan op het pad liggen en laten zich buitengewoon goed bewonderen. Zo hebben we een prachtochtend waarover een van de dames uit het gezelschap zegt dat ze de rode honden nog mooier vond dan de tijgers. In elk geval was het meer bijzonder. Op de terugweg rijden we door een bos met hoge oude bomen. In een ervan zit een bruine visuil. Hij kijkt ons onverstoorbaar aan.

Daarna rijden we naar de lodge voor ons ontbijt. Na het ontbijt is het nog niet al te heet en kunnen we een wandeling maken. We zien onder andere een paartje Bengaalse gieren die een nest met een jong hebben vlakbij de lodge. Even verderop wordt de aandacht  getrokken door een overzeilende roofvogel. We kunnen hem lang genoeg zien om er zeker van te zijn dat het een havikarend is.

Brahmaanse steenuil

Brahmaanse steenuil

In de namiddag gaan we het park weer in. Een paar van ons zitten een jeep die weer tijgers ziet. De anderen missen dit keer de tijgers. Als we langs de hellingen rijden onder fort Bandhavgarh zien we grote groepen Indische gieren en daartussen ook Bengaalse gieren. Volgens de gids zijn er duizenden, maar een meer betrouwbare schatting is dat er 400-500 Indische gieren zijn en een 15 paar Bengaalse. Bij wijze van geste mogen we de plek bezoeken waar de olifanten gehouden en verzorgd worden. We mogen ze aanraken en een verzorgen drukt voorzichtig wat melk uit de borst van een vrouwtje dat een jong heeft. Hij nodigt uit om te proeven,maar niemand wil dat. In een boom hier zien we een Brahmaanse steenuil en bij vertrek zit in een bosje vlakbij een Jungle dwerguil te roepen. Hij steekt prachtig af tegen de avondlucht en we weten dat het zeer snel donker zal zijn.

tijger

tijger

De volgende dag begon erg rustig maar uiteindelijk kwamen we bij een plek waar een aantal olifanten klaarstond. Er was een tijger gezien. Het was precies op de rand van het park en een vrouwtje zat er buiten terwijl haar jongen in het park lagen achter wat bamboestruiken. Ze was nerveus, maar we gingen toch op de olifant om haar van dichtbij te zien. Het was behoorlijk zoeken tussen de bamboe en af en toe zagen we een schim van de tijger of hoorden we haar grommen. Toch vonden we haar op een plek waar ze rustig leek te liggen. Ook de olifanten waren nerveus want die voelden waarschijnlijk wel aan dat de tijgerin geagiteerd was. Uiteindelijk zag die een uitweg en met een paar enorme sprongen maakte ze zich uit de voeten en ging weer naar de jongen.

Na verlaten van het park en ontbijt gingen we met de jeep naar een uitgestrekt veld waar de malabarenkievit (Yellow-Wattled lapwing) zich ophield. We zagen ze en verder nog verschillende Indische scharrelaars, hoppen, een prachtige goudvoorhoofdbladvoogel (Blue-winged leafbird).

De volgende anderhalve dag verliepen op vergelijkbare wijze, af en toe konden we tijgers zien en een enkele keer konden we op een olifant om dichtbij te komen en fotoís te maken. Maar we zagen lang niet altijd tijgers, maar wel altijd veel axisherten, sambars en veel vogels waaronder de Javaanse Maraboe, Racket-tailed drongo, Blue-capped rock thrush, Brown-capped pygmy woodpecker, Verditer flycatcher, verschillende soorten babbelaars (Jungle, Tawny-bellied, common), Brainfever bird en Chestnut-bellied nuthatch, naast nog veel meer andere.

Aan het verblijf hier komt ook een eind en met een nacht-lange treinreis gaan we terug naar Delhi. Deze treinreis gaat weer voorspoedig en we komen met weinig vertraging in Delhi aan. We krijgen kamers in een goed hotel en na een rustige middag worden we opgehaald voor een diner in een goed restaurant. We gaan vroeg naar bed omdat we om 3 uur op moeten voor vertrek naar het vliegveld. Daar is het rustig. Het vliegtuig bijna leeg want het is Divali, net zo’n feest als bij ons Kerstmis. En dan blijft een Indiër thuis, bij de familie.

Blue Elephant - Tebinckslaan 14 - 9462 PV Gasselte - Telefoon: 0599 56 51 24 - Fax: 0599 56 45 44 - KVK: 04046067